Terwijl de mooie Eugénie de Montijo rond 1850 met haar moeder door de zigeunerwijk Sacromonte in Granada trok, ontmoette ze Violetta, een mooie danseres en viooltjesverkoper die in deze wijk woonde. Violetta voorspelt voor hem – door de regels in Eugénie’s hand te lezen – een echte kroon. Juan de Ayala is een jonge, vluchtige edelman, neef van Eugénie, die in de ban raakt van Violetta als hij haar ziet dansen in een taverne. Deze laatste wordt verliefd op Juan, maar weigert hem.